direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Golfbaan Cromvoirt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 het plan

het bestemmingsplan Golfbaan Cromvoirt van de gemeente Vught.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01 met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.

1.6 ballenvanger

afscherming nabij oefenvoorziening (driving range).

1.7 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.8 bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslagruimten, sanitaire ruimten en dergelijke.

1.9 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming noodzakelijk is.

1.10 bestaand
  • bij bouwwerken: op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning;
  • bij gebruik: bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.11 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.12 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.14 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.15 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.16 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond.

1.17 carry

gronden tussen de afslag en de fairway waar de bal overheen geslagen wordt; door de carry loopt alleen een pad voor de golfers.

1.18 clubhuis

gebouw dat dienst doet als verenigings-, kleed- en vergaderruimte, café-restaurant, golfshop e.d.

1.19 dagrecreatie

vormen van recreatie die in principe plaatsvinden tussen zonsop- en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf.

1.20 dassenleefgebied

een landschapspatroon bestaande uit elzensingels en smalle weiden (lamellenstructuur).

1.21 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.22 driving range

oefenveld voor het afslaan.

1.23 extensieve recreatie

recreatie met weinig dynamiek die nauwelijks druk uitoefent op de omgeving. Bijvoorbeeld wandelen, fietsen en natuurkamperen. Er zijn weinig of geen gebouwen nodig en het aantal recreanten (per tijdseenheid of oppervlakte-eenheid) is beperkt.

1.24 fairway

gedeelte van de hole tussen tee en green.

1.25 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.26 golfshop / proshop

bedrijf dat als hoofddoel heeft de detailhandel in sportartikelen, direct verband houdende met de golfsport.

1.27 horecabedrijf

een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals (eet)cafés, restaurants, brasseriën, cafetaria's etc., met uitzondering van een discotheek / bar-dancing, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.28 hole

het totaal van tee, fairway en green.

1.29 natuurdoeltype

type ecosysteem zoals opgenomen in het Handboek Natuurdoeltypen, rapport expertisecentrum LNV, 2001; met name water met natuurfunctie, hei (schraal grasland), bloemrijk droog grasland, pimpernel hooiland, bloemrijk dras grasland, houtwallen, bos.

1.30 nieuwe natuur

ontwikkeling van natuur in de vorm van natuurdoeltypen.

1.31 netto golfgebied

het in het streekplan benoemde feitelijke golfgebied, bestaande uit de fairways en de semi roughs, inclusief de gebouwde voorzieningen en de verhardingen (inclusief parkeerterrein).

1.32 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.

1.33 peil
  • a. voor gebouwen die inmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.34 rough

gronden buiten de fairway die de landschappelijke begeleiding van de fairway vormen en waar het neerkomen van een verdwaalde golfbal niet uitgesloten is. De breedte bedraagt gemiddeld 8-10 m.

1.35 semi-rough

overgang tussen fairway en rough, bestaande uit minder intensief onderhouden halflang gras.

1.36 straatmeubilair

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedoeld als voorziening in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de openbare ruimte, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, informatieborden, zitbanken, hekken, speeltoestellen en hondentoiletten.

1.37 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater.

1.38 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.