direct naar inhoud van 4.10 Milieuhygiënische aspecten
Plan: Golfbaan Cromvoirt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01

4.10 Milieuhygiënische aspecten

4.10.1 Bodemkwaliteit

In het onderzoeksgebied is door Arcadis (2006) historisch bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek omvat het plangebied en ook het gebied daar omheen. Er heeft geen gebruik plaats kunnen vinden van historische kaarten of bodemkwaliteitskaarten. Deze waren bij de gemeente Vught en de provincie Noord-Brabant niet voorhanden.

Binnen het plangebied
Binnen het plangebied liggen alleen gronden in agrarisch gebruik. Bebouwing of ander gebruik is nooit aanwezig geweest, behoudens het bestaande agrarische bedrijf Deutersestraat 37 en een vage aanduiding op de topografische kaart 1900. Hier bestaat een risico op bodemverontreiniging, die zich in de loop der tijd mogelijk met grondwaterstromen heeft kunnen verplaatsen.

Een voormalig wiel – eigendom van de gemeente – heeft in het verleden een functie als vuilstort gehad en is inmiddels niet meer als wiel te herkennen. Reeds in 1993 is vastgesteld dat met betrekking tot het grondwater geen nader onderzoek nodig is.

Buiten het plangebied
In het verleden zijn om verschillende redenen (verkoop van grond, Wet Milieubeheervergunningen, etc.) bodemonderzoeken uitgevoerd van locaties in de buurt. In totaal zijn er gegevens beschouwd van 10 bedrijven. De gegevens van deze bodemonderzoeken zijn opgenomen en het hiervoor genoemde onderzoek van Arcadis.

Conclusies historisch bodemonderzoek
Uit het onderzoek zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen over concrete bodem- en grondwaterverontreinigingen in het plangebied. Er zijn verschillende bodemonderzoeken uitgevoerd en vergunningen afgegeven voor locaties buiten het plangebied en voor Deutersestraat 37 binnen het plangebied. Uit de geraadpleegde dossiers blijkt, dat op de rand van het onderzoeksgebied bodembedreigende activiteiten zijn uitgevoerd en dat de streefwaarden worden overschreden voor zowel de grond als het grondwater door minerale olie, zware metalen, PAK’s en EOX.

Conclusies
Er zijn geen verontreinigingen geconstateerd. Er kan niet op voorhand worden uitgesloten dat er sprake is van bodem- en grondwaterverontreiniging. In het verdere traject van planvorming is nader onderzoek nodig ten behoeve van het aanvragen van de benodigde ontgrondingsvergunning en bouwvergunningen.

4.10.2 Geluid

Binnen het plangebied en in de directe omgeving liggen geen geluidsbronnen van betekenis. Bovendien is een golfbaan geen geluidgevoelig object.

Een golfbaan is zelf geen bijzonder geluidproducerend object.

4.10.3 Luchtkwaliteit

Sinds 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteitseisen van kracht. Deze Wet voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde plannen met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Een plan draagt niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging als de 3%-grens niet wordt overschreden. De 3%-grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 µg/m³ voor zowel PM10 als NO2.

In de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ wordt aangegeven op welke manier snel kan worden vastgesteld of de bijdrage van een plan of project op de luchtkwaliteit valt onder de term ‘niet in betekenende mate’. De bijlage bij de Regeling geeft een harde omschrijving van een aantal gevallen. Zo is de bouw van 1500 woningen (met één ontsluitingsweg) of 100.000 m² kantooroppervlakte niet in betekenende mate van invloed op de luchtkwaliteit.

In de Wet luchtkwaliteitseisen is geen ‘omgekeerde werking’ beschreven. In het kader van een ‘goede ruimtelijk ordening’ is het van belang aan te tonen dat ter plaatse sprake is van een gezond verblijfsklimaat.

Analyse
Als gevolg van de golfbaan zal het jaargemiddelde aantal autobewegingen 300 motorvoertuigen per etmaal bedragen. Op een drukke zomerdag zal de intensiteit maximaal 350 mvt/etmaal bedragen (zie paragraaf 5.3.5).
Een golfbaan is niet in de bijlage bij de Regeling opgenomen. Derhalve wordt in deze paragraaf een vergelijking gemaakt met een woningbouwproject met 1500 woningen. Volgens gangbare kengetallen zijn per woning 5 à 6 (gemiddeld 5,5) verkeersbewegingen per etmaal te verwachten. In geval van 1500 woningen gaat het om 8250 verkeersbewegingen.
Het aantal verkeersbewegingen als gevolg van de golfbaan is ruim lager dan het aantal verkeersbewegingen bij 1500 woningen. Het plan draagt derhalve niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging.

In het kader van het ‘oude’ Besluit luchtkwaliteit 2005 heeft Jansen Raadgevend Ingenieursbureau uit ’s-Hertogenbosch een onderzoek uitgevoerd: rapport “Luchtkwaliteitsonderzoek golfbaan te Cromvoirt in kader van wijziging bestemmingsplan” (13 maart 2007, 809.090/42.200/PK) (bijlage 15). Hieruit blijkt dat het aantal overschrijdingen van de grenswaarden van de verschillende stoffen beneden het toegestane aantal blijft. Impliciet volgt hieruit dat de luchtkwaliteit voldoende is om in een gezond leefklimaat te voorzien.

Conclusie
Het plan voldoet aan de Wet luchtkwaliteitseisen en de luchtkwaliteit is voldoende om in een gezond leefklimaat te voorzien.

4.10.4 Externe veiligheid

Het plangebied wordt doorsneden door een hoge druk aardgastransportleiding (12"/40 bar) van N.V. Nederlandse Gasunie. De leiding is op kaart Bestaande toestand (bijlage 1) weergegeven. Bij ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van aardgas-transportleidingen moeten externe veiligheidsaspecten in ogenschouw genomen worden. Door het Ministerie van VROM wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe zoneringsregeling, ter vervanging van de thans vigerende circulaire “Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen” uit 1984. De in de circulaire opgenomen deterministische afstanden worden in de nieuwe regeling vervangen door risicobeleid. Hierin zal met name het plaatsgebonden en groepsgebonden risico een prominente rol gaan spelen. Omdat de inhoud van de nieuwe zoneringsregeling thans onbekend is, is in dit plan uitgegaan van de oude regeling.

Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen
In de circulaire wordt onderscheid gemaakt in de toetsingsafstand en de bebouwingsafstand.
Ten aanzien van de toetsingsafstand is in de circulaire het volgende opgenomen: “Uit veiligheidsoverwegingen is het van belang een afstand aan te houden tot gebouwen of plaatsen waar frequent en/of langdurig personen verblijven. Deze afstand is in principe zodanig dat daarbuiten de invloed van de leiding op de omgeving verwaarloosbaar mag worden geacht.”
De toetsingsafstand ten aanzien van de gastransportleiding binnen onderhavig plangebied (12”/40 bar) bedraagt 30 m (bron: tabel 1 van de circulaire). De werkelijke afstand tussen de gasleiding van het dichtstbijzijnde bouwvlak ten behoeve van de centrale voorzieningen van de golfbaan bedraagt ca 440 m. Enkele holes liggen binnen de toetsingsafstand. Op de holes zullen personen niet langdurig verblijven. Aan de toetsingsafstand wordt derhalve ruim voldaan.
Met betrekking tot de bebouwingsafstand luidt de tekst van de circulaire als volgt: “Planologische, technische en economische overwegingen kunnen echter leiden tot kleinere afstanden. In die gevallen gelden, afhankelijk van de kwetsbaarheid van de omgeving binnen de invloedszone, regels waaraan zowel de leiding als de omgeving dienen te voldoen.”
Omdat voldaan wordt aan de toetsingsafstand is een beoordeling aan de bebouwingsafstand niet aan de orde.
Geconcludeerd kan worden dat het plan voldoet aan het beleid in de circulaire “Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen”.

In de omgeving van het plangebied bevinden zich geen routes voor vervoer van gevaarlijke stoffen en/of objecten op basis waarvan een gevarencontour geldt.

Conclusie
Het plan voldoet aan de regelgeving betreffende externe veiligheid.

4.10.5 Geur

Op basis van de Wet geurhinder en veehouderij moet worden beoordeeld of het plan een belemmering vormt voor omliggende agrarische bedrijven.

Amitec bv uit Uden heeft een onderzoek uitgevoerd in het kader van de genoemde Wet: rapport “Geuronderzoek Golf Cromvoirt Beheer bv, project: Golfbaan Cromvoirt” (13 november 2009, 9.922 - RAP GEUR.01) (bijlage 17). De conclusie van het onderzoeksrapport luidt:

“De Wet geurhinder en veehouderij schrijft voor, dat geurgevoelige objecten niet binnen de geurcontouren gebouwd mogen worden. De geplande bebouwing blijft ruim buiten de geurcontouren van de omliggende veehouderijen, waardoor er geen belemmering uit oogpunt van geur aanwezig is.”

Algemene conclusie
Het plan voldoet aan de Wet geurhinder en veehouderij.

4.10.6 Bedrijven en milieuzonering

In het kader van de Wet milieubeheer moet worden getoetst of:

  • 1. de golfbaan van invloed is op omliggende milieugevoelige objecten (woningen);
  • 2. bestaande milieubelastende inrichtingen (bedrijven) van invloed zijn op de golfbaan c.q. of de golfbaan een belemmering vormt op de bedrijfsvoering van omliggende inrichtingen.

Basis voor de bovengenoemde toetsing vormt de handreiking “Bedrijven en milieuzonering” (VNG, Den Haag, 2009), waarin richtafstanden zijn opgenomen voor diverse bedrijfstypen.

Invloed golfbaan op omgeving
Een golfbaan is in de handreiking opgenomen als categorie 1-inrichting met een richtafstand van 10 m. Binnen deze afstand liggen geen woningen of andere milieugevoelige objecten.

Invloed omliggende bedrijven op golfbaan
Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van de inrichtingen in de omgeving van het plangebied, de bedrijfscategorie en de bijbehorende richtafstand. Voorts is de werkelijke afstand van de inrichting tot het plangebied opgenomen.

bedrijf   SBI-code   categorie   richtafstand   werkelijke afstand  
Deutersestraat 35:
autobedrijf  
501,502,504   2   30 m   0 m  
Deutersestraat 18-20:
caravanhandel  
501,502,504   2   30 m   60 m  
St. Lambertusstraat 53:
kerkgebouw  
9131   2   30 m   65 m  
St. Lambertusstraat 55:
supermarkt  
5211,5212   1   10 m   75 m  
St. Lambertusstraat 59:
restaurant  
553   1   10 m   80 m  
St. Lambertusstraat 65:
houtverwerkingsbedrijf  
203,204,205   3.2   100 m   90 m  
St. Lambertusstraat 77:
akkerbouwbedrijf  
0111,0113   2   30 m   0 m  
Nieuwkuijkseweg (ong.):
puinbrekerij en -malerij  
372   4.2   300 m   0 m  
Gementweg (ong.), ’s-Hertogenbosch:
composteringsbedrijf  
9002.2   5.2   700 m   150 m  

Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan ligt binnen de richtafstanden van vier bedrijven. De richtafstand van het bedrijf wordt bepaald aan de hand van de factoren geur, stof, geluid en gevaar. Per factor is verschillende regelgeving van toepassing en gelden verschillende begrippen ten aanzien van milieugevoelige objecten. Algemeen wordt geconcludeerd dat de feitelijke golfbaan niet als milieugevoelig object wordt aangeduid. Dat betekent dat alleen de bouwvlakken met de centrale voorzieningen bij de golfbaan als milieugevoelig kunnen worden aangemerkt. Hieronder is de milieusituatie per bedrijf nader aangegeven.

Deutersestraat 35: autobedrijf
De richtafstand van dit bedrijf reikt tot over een deel van het bouwvlak met bebouwing ten behoeve van beheer en onderhoud. De afstandbepalende factor bij een autobedrijf is de factor geluid.
De gebouwen ten behoeve van beheer en onderhoud zijn conform de Wet geluidhinder geen geluidgevoelige objecten. De bedrijfswoning is dat wel. Het gaat hier om de voormalige agrarische bedrijfswoning die behouden blijft als dienstwoning bij de golfbaan. Derhalve is sprake van een bestaande situatie en daarmee geen nadere belemmering voor het garagebedrijf.

St. Lambertusstraat 65: houtverwerkingsbedrijf
De richtafstand van dit bedrijf reikt slechts tot over de feitelijke golfbaan. Er is derhalve geen sprake van een planologische belemmering.

St. Lambertusstraat 77: akkerbouwbedrijf
De richtafstand van dit bedrijf reikt niet over de bouwvlakken met centrale voorzieningen. Er is geen sprake van belemmering van de bedrijfsactiviteiten.

Nieuwkuijkseweg (ong.): puinbrekerij en -malerij
De richtafstand van dit bedrijf reikt eveneens alleen over de golfbaan en niet over de bouwvlakken. Er is derhalve geen sprake van een planologische belemmering.

Gementweg (ong.), ’s-Hertogenbosch: composteringsbedrijf
Aan de noordzijde van het Drongelens Kanaal Gementweg ong. is een bedrijf gelegen, waar de opslag van mest, grond en compostering plaatsvindt. Composteringsactiviteiten zijn vergund in het kader van de Wet milieubeheer, maar zijn planologisch niet toegestaan. Deze inrichting heeft, op basis van compostering, een indicatieve milieucirkel van 700 meter. Gezien de niet-bestemde situatie wordt deze activiteit geacht geen belemmering te vormen voor de aanleg van de golfbaan.

Conclusies

  • Omliggende niet-agrarische bedrijven worden niet belemmerd door de realisering van het golfterrein.
  • De richtafstanden van enkele niet-agrarische bedrijven reiken over het plangebied. Deze vormen echter geen belemmering voor de aanleg van de golfbaan.
4.10.7 Conclusies milieuhygiënische aspecten
  • 1. De bestaande milieuhygiënische situatie vormt geen belemmering voor de aanleg van de golfbaan.
  • 2. Ten behoeve van de bouwvergunningen en van de eventuele ontgrondingsvergunning is aanvullend onderzoek bodemkwaliteit vereist.