Plan: | Golfbaan Cromvoirt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01 |
Voor het beheren van een golfbaan is een goede waterhuishouding van belang. Voor de beregening van de golfbaan is aanwezigheid van voldoende water noodzakelijk. Daarnaast mag vooral ter plaatse van de greens de grondwaterstand niet te hoog zijn. In deze paragraaf komen beide aspecten aan de orde.
Beregening van de golfbaan kan volgens drie methoden plaatsvinden.
1. Hemelwater
Beregening door hemelwater is de meest natuurlijke wijze. In perioden met voldoende neerslag zijn geen aanvullende methoden nodig. In geval van droogte komen de methoden 2 en 3 aan bod.
2. Oppervlaktewater Zandleij
De tweede methode is het gebruikmaken van het oppervlaktewater. Het water wordt vanuit de Zandleij gepompt en met behulp van een buizensysteem over de golfbaan verspreid. Voor deze methode is een Keurontheffing van het waterschap vereist. Deze ontheffing zal te zijner tijd worden aangevraagd.
3. Grondwater
Methode 3 voor het verkrijgen van water voor de beregening is het gebruikmaken van het aanwezige grondwater. In het gebied is een vergunde grondwateronttrekking van 100 m³ per uur aanwezig die voor de golfbaan van kracht blijft. De onttrekkingshoeveelheden en de effecten van deze onttrekking uit het verleden zijn niet bekend.
Indien tijdens droge perioden het beregeningswater wordt aangevuld met water vanuit de bron dan wordt naar verwachting slechts 15 m³ per uur onttrokken. Met behulp van een eendimensionale berekening is het effect van deze onttrekking berekend. Hierbij is gebruikt gemaakt van de formule van Theis (Bronbemaling, M.J. Fraanje, 1974). Hierbij is uitgegaan van de volgende uitgangspunten:
Kd-waarde 1300 m² /dag
Porositeit 0,3
Filterlengte 2,0 m
Diepte filter tov gws 42,5 m
Onderstaand zijn de resultaten in tabel vorm weergegeven. Ter vergelijking is ook het effect berekend als de vergunde hoeveelheid volledig wordt benut.
Hoeveelheid | Duur | Reikwijdte |
15 m³/uur | 1 dag | 12 m |
15 m³/uur | 5 dagen | 25 m |
15 m³/uur | 21 dagen | 190 m |
100 m³/uur | 1 dag | 120 m |
100 m³/uur | 5 dag | 270 m |
Bij de berekening is ervan uitgegaan dat er geen storende bodemlagen aanwezig zijn en er geen effect vanuit oppervlaktewater optreedt. In werkelijkheid is dit wel het geval waardoor in de praktijk de reikwijdte minder is, dan op basis van bovenstaande formule is berekend.
In de onderstaande tekening is de schematisatie van het effect van de bron weergegeven. Daarnaast is de reikwijdte van de bron op kaart weergegeven.
Op basis van de berekening kunnen we concluderen dat bij een onttrekking van 100 m³/uur geen effecten op de natuurgebieden in de omgeving optreden. Deze natuurgebieden (waaronder het Vlijmens ven/Moerputten) liggen op minimaal 1000 m afstand. Bij een onttrekking van maximaal 5 dagen treden eveneens geen verlagingen op ter plaatse van bebouwing en agrarische percelen.
Om ontwatering van de greens, tees en fairways te waarborgen en de golfbaan bespeelbaar te houden zal in de golfbaan drainage worden aangelegd. Hiermee worden hoge pieken in de neerslag afgetopt.
In het ontwerp van de golfbaan zijn ook een tweetal waterplassen voorzien. Deze plassen in het gebied zullen volledig worden gevoed door schoon grond- en regenwater. Door in de watervoerende delen voor voldoende diepte te zorgen, wordt gewaarborgd dat in deze delen geen waterkwaliteitsproblemen zullen optreden. Aanbevolen wordt een minimale bodemdiepte van 1,0 m beneden de GLG.
Bij ontgravingen ten behoeve van realisatie van natuurdoeltypen dient het natuurlijk verval richting het Drongelens Kanaal in stand te blijven en geen ontgraving beneden de GHG plaats te vinden.
Waterpeilen
De plassen op het golfterrein zullen in principe door het grondwater worden gevoed. Het waterpeil in deze plassen is hiermee gelijk aan het grondwaterpeil. Dit betekent voor de plas in het noordwesten en de plas nabij hole 2 een zomerpeil van 2,0 m+NAP en een winterpeil van 3,0 m+NAP. Dit is 1,5 m respectievelijk 0,5 m beneden het huidige maaiveld.