direct naar inhoud van 7.4 Inundatiegebied
Plan: Golfbaan Cromvoirt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01

7.4 Inundatiegebied

Het westelijk deel van de Golfbaan (ten westen van de Zandleij, incl. zandvang) heeft een oppervlakte van 27,1 ha. Op basis van het reconstructieplan De Meierij blijkt dat een deel van dit westelijk deel binnen een bestaand inundatiegebied is gelegen. De aanleg van een golfbaan in een bestaand inundatiegebied is mogelijk, mits de waterbergingsopgave wordt gecompenseerd.

Het waterschap heeft op basis van hoogtemetingen, uitgevoerd door Coenradie - GTC uit Oirschot, een berekening gemaakt van de huidige capaciteit van het inundatiegebied binnen onderhavig plangebied (nulmeting). De huidige capaciteit bedraagt 96.995 m³. Dit getal zal als uitgangspunt dienen bij het behandelen van de aanlegvergunning die nodig is voor het ophogen van gronden.

Ter plaatse van banen in het westelijk deel is overstroming niet gewenst. Het betreft een oppervlakte van 6,6 ha. Ter plaatse van greens is een ontwatering van 0,5 m noodzakelijk. Deze gebieden zullen worden opgehoogd. Dit verlies aan inundatiecapaciteit dient dus te worden gecompenseerd. Op basis van de som inundatiehoogte-maaiveldniveau voor de genoemde 6,6 ha bedraagt de benodigde compensatie 30.360 m³.

Om het verlies aan waterberging te compenseren zullen laagtes in het gebied worden aangelegd, waarbinnen de natuurdoeltypen ‘vochtig schraalgrasland’ en ‘moeras’ worden gerealiseerd. Voor het te realiseren natuurdoeltype vochtig schraalgrasland is een GLG van maximaal 0,8 m –mv nodig. Om dit te realiseren dient in het gebied 0,2 tot 0,7 m te worden afgegraven. Uitgaande van een gemiddelde afgraving van 0,4 m voor het gehele gebied ten westen van de Zandleij, met uitzondering van de aanwezige holes, kan worden berekend wat de toekomstige ontgraving in het gebied is. Omdat de GHG in het gebied ca 0,4 m –mv bedraagt, is de afgraving van 0,4 m eveneens de waterbergingsschijf. Doordat in het westelijk gebied niet wordt ontgraven beneden de GHG ontstaan er geen hydrologische effecten op de omliggende percelen.

De oppervlakte van inundatie-compensatiegebied omvat in potentie het gehele westelijk deel (27,1 ha). De oppervlakten van de holes (6,6 ha), de dassenzone (5,9 ha) en de carries en roughs (4,7 ha) moeten hiervan worden afgehaald. De oppervlakte bedraagt derhalve 9,9 ha. Het bergend vermogen bedraagt (9,9 ha × 0,4 m =) 39.600 m³.

Geconcludeerd kan worden dat met het realiseren van laagtes in het gebied ten westen van de Zandleij het bergend vermogen toeneemt en dus het verlies door het ophogen van de holes ruimschoots kan worden gecompenseerd.

N.B. Eventuele inpassing van verhoogde paden of begroeiing mogen de werking van het inundatiegebied niet beïnvloeden. Dit betekent dat alle lage delen van het inundatiegebied met elkaar in verbinding moeten staan.