Plan: | Ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied van de gemeente Schinnen 2011 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | gemeentelijke structuurvisie |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0962.SVSchinnen2011-ON01 |
De structuurvisie en LKM is enkel van toepassing op het buitengebied van Schinnen. Dit buitengebied betreft alle gebieden buiten de rode contouren rond de kernen Doenrade, Oirsbeek, Amstenrade, Schinnen. Sweikhuizen, Nagelbeek en Puth. Dit gebied buiten de rode contour komt bijna grotendeels naadloos overeen met het gebied van het bestemmingsplan 'Buitengebied' met uitzondering van het woongebied Hegge. Op huisperceelsniveau kan de plangrens een weinig afwijken van de rode contour.
Ter uitvoering van het Limburgs Kwaliteitsmenu zijn duidelijke en eenduidige contouren rond de Limburgse kernen nodig. GS hebben op 11-5-2010 de Contourenatlassen voor Noord- Midden en Zuid Limburg vastgesteld. De voor de gemeente Schinnen van toepassing zijnde rode contouren zijn als bijlage opgenomen.
In het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied is een keuze gemaakt voor de indeling van Schinnen in 3 gebieden, 3 hoofdbestemmingen met elk hun eigen gebiedskwaliteiten en kenmerken. Deze gebiedsindeling is ook de basis voor de bestemmingen in het bestemmingsplan 'Buitengebied'.
De gebiedsindeling is als volgt.
A. NATUUR.
Bij deze gebiedsdifferentiatie gaat het om behoud en eventueel herstel van de aanwezige waarden. Ruimtelijke ontwikkelingen in de vorm van gebouwen zijn in beginsel niet mogelijk. Er zijn alleen marginale ontwikkelingen mogelijk onder strikte voorwaarden (nee, tenzij principe). De gebieden die hiertoe behoren zijn: EHS-gebieden (met daarbij behorende
gebieden op grond van de Natuurbeschermingswet en de Habitat- en Vogelrichtlijn, Bos- en natuurgebieden, niet zijnde EHS, en hydrologisch waardevolle en kwetsbare gebieden.
B: AGRARISCH GEBIED MET WAARDEN.
Bij deze differentiatie dienen de bestaande waarden (zowel natuurwaarden als landschappelijke waarden) in het gebied te worden gerespecteerd en het liefst te worden versterkt. Functionele of ruimtelijke wijziging is alleen mogelijk indien de waarden in het betreffende gebied worden versterkt (nee, tenzij-principe). De ruimtelijke ontwikkeling kan tevens gevonden worden in het herstel van cultuurhistorische elementen zoals voetpaden en degelijke, welke bijdragen aan de beleving van het gebied. De gebieden die hiertoe zeker behoren zijn o.a.: POG, beekdalen, laagten en gebieden met landschappelijke en natuurwaarden en waardevolle openheid.
C: AGRARISCH GEBIED.
In deze gebiedsdifferentiatie zijn de voornoemde waarden minder aanwezig. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk (ja, mits-principe) en dienen met name zorg te dragen voor de vitaliteit en leefbaarheid van het platteland. Dit is hoofdzakelijk het agrarisch gebied.
Een overzicht van deze gebiedsindeling is als bijlage opgenomen.
Op bijgevoegde kaart is als bijzonder onderdeel nog opgenomen de gebieden die momenteel nog in gebruik zijn voor sport en recreatie. De overige afwijkende bestemmingen zijn qua gebiedsomvang te gering van omvang om op dit schaalniveau betekenis te hebben.