direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur - 2
Plan: Golfbaan Cromvoirt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01

Artikel 4 Natuur - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ontwikkeling van nieuwe natuur in de vorm van natuurdoeltypen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van natuur - dassenleefgebied’: dassenleefgebied;
  • c. ter plaatse van de aanduiding ‘archeologische waarden’: archeologisch onderzoeksgebied;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wandelpaden en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals afwateringssloten.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • b. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 25 m².

4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van de gronden, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik voor de actieve beoefening van de golfsport;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen van meer dan 50 m².

4.4 Aanlegvergunning
4.4.1 Aanlegvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op of in de gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • 2. het graven of dempen van sloten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  • 3. het in de grond drijven van voorwerpen dieper dan 0,3 m;
  • 4. het diepploegen dieper dan 0,3 m;
  • 5. het aanleggen van dammen;
  • 6. het aanleggen van stuwen;
  • 7. het aanleggen van kleine geïsoleerde wateren;
  • 8. het aanleggen van een drainagesysteem;
  • 9. het aanbrengen van bomen en houtgewas;
  • 10. het rooien en kappen van bomen en houtgewas;
  • 11. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • 12. het aanbrengen van kleine voorzieningen voor extensieve dagrecreatie en van lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.

4.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

4.4.3 Toelaatbaarheid

De in artikel 4.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden, de archeologische waarden en het inundatiegebied (voor zover deze aan desbetreffende gronden zijn toegekend).

Indien sprake is van een aanlegvergunning binnen het inundatiegebied is advies van het waterschap vereist.