direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer
Plan: Golfbaan Cromvoirt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’: een parkeerterrein met niet minder dan 150 parkeerplaatsen en niet meer dan 350 parkeerplaatsen;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals erfafscheidingen en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals afwateringssloten;
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van de lichtmasten en lantaarnpalen mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:

  • voor reclamedoeleinden, behoudens één naambord met een oppervlakte van niet meer dan 10 m².
6.4 Aanlegvergunning
6.4.1 Aanlegvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op of in de gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • 2. het graven of dempen van sloten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  • 3. het aanleggen van dammen;
  • 4. het aanleggen van stuwen;
  • 5. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen van meer dan 50 m²;
  • 6. het aanbrengen van kleine voorzieningen voor extensieve dagrecreatie en van lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.

6.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

6.4.3 Toelaatbaarheid

De in artikel 6.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het inundatiegebied (voor zover deze aan desbetreffende gronden zijn toegekend).

Indien sprake is van een aanlegvergunning binnen het inundatiegebied is advies van het waterschap vereist.