Plan: | Villapark/Loonsebaan, herziening Vijverbosweg 2-4 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0865.vghBPhzVijverbos2-VG01 |
Het plangebied ligt binnen het beheergebied van Waterschap De Dommel In het kader van het huidige overheidsbeleid (4e nota Waterhuishouding) moet het waterschap samen met de gemeente invulling geven aan 'duurzaam stedelijk beheer'. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder verbouw- en nieuwbouwplannen hanteert het waterschap een aantal beleidsuitgangspunten ten aanzien van het duurzaam omgaan met water.
In onderhavig plan wordt één nieuwe woning op het bestaande woonperceel gebouwd. De verhardingssituatie van de bestaande woning blijft onveranderd.
De (netto) toename van de verharding bestaat uit:
De totale toename van de verharding is dus 500 m2.
Door het waterschap is een aantal principes opgesteld waar ruimtelijke ontwikkelingen aan worden getoetst, te weten:
Wateroverlastvrij bestemmen
Bij locatiekeuze van nieuwe ontwikkelingen moet worden gezocht naar plekken die 'hoog en droog genoeg' zijn.
Onderhavig plangebied ligt ca. 5,5 m boven NAP. De GHG bedraagt ca. 4,8 m boven NAP (bron: infiltratieadvies Lankelma, bijlage 5). Het betreft hiermee een relatief droog gebied. Geconcludeerd wordt dat het plan 'hoog en droog genoeg' is om aan het Nationaal Bestuursakkoord Water te voldoen.
Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater
Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en binnen het plangebied verwerken van het schone hemelwater. Binnen het plangebied vindt een strikte scheiding plaats. Het vuile water wordt gekoppeld aan de bestaande riolering in het omliggende gebied. Het schone hemelwater blijft binnen het plangebied.
Doorlopen van afwegingsstappen
De volgende afwegingsstappen worden doorlopen:
ad 1 - Hergebruik van het hemelwater ter plaatse is alleen aan de orde in geval van bedrijfsmatig hergebruik van het hemelwater. Dit is hier niet het geval. Individueel hergebruik van hemelwater is uiteraard niet uitgesloten.
ad 2 - De tweede stap in de afweging is het afkoppelen en infiltratie en/of berging van schoon hemelwater binnen het plangebied.
Met behulp van de HNO-tool van het waterschap is de bufferopgave berekend, zie bijlage 11.
De bufferopgave bedraagt bij T=10 en 100 jaar bedraagt respectievelijk 13 m3 en 20 m³. Berging kan op eigen terrein plaatsvinden door de aanleg van een poel met een oppervlakte van 22 m2. Deze infiltratievoorzieningen bevinden zich boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand.
ad 3 - Indien een watergang aanwezig is komt deze als derde stap in aanmerking voor opvang. Dit is hier niet het geval.
ad 4 - Mocht infiltratie niet (geheel) mogelijk of anderszins onwenselijk zijn, dan wordt op de locatie een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Tot de gemeente overgaat op gescheiden inzamelen, kan op het bestaande gemengde stelsel worden geloosd. Dit is hier niet van toepassing.
Hydrologisch neutraal ontwikkelen
In het beleid van het waterschap is opgenomen dat moet worden gestreefd naar een hydrologisch neutrale situatie. Hiermee wordt bedoeld dat het hemelwater het gebied niet sneller mag verlaten dan dat het geval is vóór aanvang van de in dit plan opgenomen ontwikkelingen.
Gezien de hiervoor beschreven infiltratie van het hemelwater is sprake van hydrologisch neutraal ontwikkelen.
Water als kans
Het water wordt gebruikt als element in de inrichting van de tuin.
Meervoudig ruimtegebruik
Dit aspect is hier niet van toepassing.
Voorkomen van vervuiling
Overeenkomstig de eis van het waterschap worden in principe geen uitlogende materialen toegepast.
Rekening houden met waterschapsbelangen
Het gebied is niet als inundatiegebied aangewezen. Onderhavig plan betekent derhalve geen belemmering van waterschapsbelangen.
Aan alle beleidsuitgangspunten van het waterschap wordt voldaan.
Overleg waterschap
Het waterschap De Dommel heeft per brief d.d. 28 mei 2010 bericht met de waterparagraaf in te stemmen. Zie bijlage 12.