direct naar inhoud van 3.5 Regionaal niveau
Plan: Golfbaan Cromvoirt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01

3.5 Regionaal niveau

Op regionaal niveau is het volgende beleid van belang:

  • het beleid van Waterschap Aa en Maas;
  • het beleid van Waterschap de Dommel;
  • Uitwerkingsplan Groot-Langstraat (2005);
  • Raamplan De Leijen (2002);
  • Reconstructieplan De Meierij (2005);
  • Cromvoirt recreatiedorp.
3.5.1 Beleid Waterschap Aa en Maas

Een strook grond aan de zuidzijde van het Drongelens Kanaal is eigendom van en in beheer bij het waterschap Aa en Maas. Deze strook grond is in de Interimstructuurvisie aangeduid als GHS-landbouw, leefgebied kwetsbare soorten. De initiatiefnemer voor de golfbaan heeft overleg gevoerd met het waterschap. Daarbij zijn de volgende punten vastgesteld:

  • het waterschap wil de tot voor kort verpachte agrarische gronden aan de zuidzijde van het Drongelens Kanaal ecologisch ontwikkelen, gericht op de biotoop van het pimpernelblauwtje. De erbij passende beplanting is schraal grasland;
  • het waterschap staat positief tegenover een integratie van genoemde ecologische ontwikkeling met de inrichting van de golfbaan, mits voldaan wordt aan de ecologische randvoorwaarden. Besloten is dat het waterschap de gronden verkoopt aan de initiatiefnemer van de golfbaan onder de voorwaarde dat de genoemde biotoop inzet is voor de inrichting.

Conclusie
Het initiatief golfbaan is niet in strijd met het beleid van het waterschap Aa en Maas, mits de inrichting op de gestelde voorwaarden wordt aangepast.

3.5.2 Beleid Waterschap De Dommel

Het beleid van Waterschap De Dommel is vervat in het Ontwerp-Waterbeheerplan 2010-2015 dat in januari/februari 2009 ter inzage heeft gelegen.

De strategie van het waterschap is uitgewerkt aan de hand van zes waterthema’s:

  • 1. Droge voeten – hanteren van de voorkeursvolgorde ‘vasthouden, bergen, afvoeren’, aanwijzen van waterbergingsgebieden, overstromingen in de beekdalen niet beperken.
  • 2. Voldoende water – het waterschap wil verdroging van natuur- en landbouwgebieden tegengaan.
  • 3. Natuurlijk water – het waterschap streeft naar een ecologisch gezond watersysteem.
  • 4. Schoon water – voorkomen van vervuiling van het oppervlaktewater.
  • 5. Schone waterbodem – schoon water gaat vaak samen met een schone waterbodem.
  • 6. Mooi water – oppervlaktewater biedt vaak een meerwaarde voor een bepaald gebied.

Analyse
Voor onderhavig plan is vooral waterthema 1 -Droge voeten- van toepassing. De toetsing van het plan aan de wateraspecten is opgenomen in hoofdstuk 7 van deze toelichting. Deze waterparagraaf omvat onder meer een beschrijving ten aanzien van de afkoppeling van het hemelwater en het behoud van het inundatiegebied.

Conclusie
Het plan past binnen c.q. is niet in strijd met het Ontwerp-Waterbeheerplan 2010-2015.

3.5.3 Uitwerkingsplan Groot-Langstraat (2005)

Voor het landelijk gebied Groot-Langstraat is de Interimstructuurvisie nader uitgewerkt. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van het uitwerkingsplan. Het plangebied golfbaan is aangeduid. De relevante aspecten zijn genummerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01_0001.jpg"uitsnede plankaart Landelijke regio Groot-Langstraat

  • 1. het plangebied valt binnen de aanduiding ‘landschapsbeheer’
  • 2. beheer en intensivering stedelijk gebied (kern Cromvoirt)
  • 3. waterlopen (Drongelens Kanaal en Zandleij)
  • 4. beekdalsysteem

Binnen het plangebied golfbaan zijn geen bijzondere elementen aanwezig.

Conclusie uitwerkingsplan Groot-Langstraat
Het initiatief golfbaan is niet in strijd met c.q. past in het uitwerkingsplan Groot-Langstraat.

3.5.4 Raamplan De Leijen (2002)

Het Raamplan De Leijen is opgesteld door de landinrichtingscommissie en in november 2002 vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Onderstaande afbeelding geeft de uitsnede van het voorkeursalternatief van Raamplan de Leijen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01_0002.jpg"uitsnede voorkeursalternatief

Het plangebied valt binnen de zonering, waarvoor de volgende streefpunten gelden:

  • behoud, c.q. herstel kleinschalig, cultuurhistorisch waardevol landschap;
  • grondgebonden, extensief, multifunctioneel, agrarisch grondgebruik;
  • landschappelijk te versterken open beekdal van de Zandleij, tevens ecologische verbindingszone;
  • te versterken bestaande laanbeplanting langs de Cromvoirtsedijk.

Verder zijn geen bijzondere maatregelen voor natuur en/of landschapsbouw opgenomen.

Conclusie
Het golfbaaninitiatief kan bijdragen aan het in het Raamplan opgenomen landschappelijke streefpunt ‘behoud en herstel cultuurhistorisch landschap’. Dit streefpunt komt overeen met de aanbevelingen van Vereniging Nederlands Cultuurlandschap ten aanzien van de dassenbiotoop, zoals die is opgenomen in het VKA/masterplan golfbaan in de vorm van het lamellenpatroon in de zuidelijke rand van de golfbaan.

3.5.5 Reconstructieplan De Meierij (2005)

Afbeelding 3.6 geeft uitsneden van de plankaarten omgevingskwaliteit en sociale en economische vitaliteit. Het plangebied ligt overwegend in verwevingsgebied. Aan de noordzijde (ten noorden van het Drongelens Kanaal) ligt de Gement die voor natuurontwikkeling in aanmerking komt. Het dorp Cromvoirt is omgeven door extensiveringsgebied ‘overig’. Ten zuiden van het plangebied is bovendien een zone voor de ontwikkeling van intensieve recreatie opgenomen.
Duidelijk is dat de ontwikkelingskansen voor de landbouw ter plaatse van het plangebied beperkt zijn. Daarom is er behoefte aan nieuwe economische dragers.

Het reconstructieplan biedt veel ruimte voor ontwikkeling van de recreatie. Het reconstructieplan hanteert als algemeen uitgangspunt dat in de omgeving van Cromvoirt gestreefd moet worden naar een aantrekkelijk kleinschalig landschap als basis voor de ontwikkeling van de recreatie, met Cromvoirt zelf als toeristisch-recreatief punt. Verder gelden voor de recreatieve sector onder meer de volgende uitgangspunten:

  • kwaliteit boven kwantiteit;
  • ontwikkelingsruimte voor de bestaande bedrijven binnen de randvoorwaarden van de natuur en ecologie in de omgeving;
  • diversiteit en verrijking van het toeristisch-recreatief product.

Belangrijk voor de golfbaan is de aanwezigheid van het bestaande inundatiegebied ten westen van de Zandleij, waarbinnen een deel van het plangebied is gelegen. Hoewel de Raad van State de planologische doorwerking heeft verworpen, blijft het de bedoeling dat de inundatiegebieden in het bestemmingsplan bescherming krijgen. Dit betekent dat uitsluitend ontwikkelingen plaats mogen vinden, die neutraal of dienstbaar zijn aan het doel van de inundatie.

N.B. - Het plangebied ligt niet binnen een natte natuurparel c.q. een beschermingszone natte natuurparel.

Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat de voorgenomen aanleg van de golfbaan in hoge mate in overeenstemming is met het reconstructieplan:

  • de golfbaan vormt een nieuwe economische drager als vervanging voor de beperkte ontwikkelingsmogelijkheid in de landbouw;
  • de golfbaan biedt directe werkgelegenheid van ca 40 voltijdsbanen en levert een bijdrage aan de lokale economie.
3.5.6 Cromvoirt recreatiedorp

Relevant voor de ontwikkeling van de golfbaan is ook dat het dorp Cromvoirt al sinds het structuurplan Stadsgewest ’s-Hertogenbosch 1973 een recreatieve functie voor de openluchtrecreatie is toegewezen (recreatiedorp, maar geen pretpark). Het dorp vormt een recreatieve knoop op de overgang van het stedelijke gebied ’s-Hertogenbosch – Vught naar de Drunense Duinen. In het dorpsgebied liggen reeds veel recreatieve voorzieningen (campings, maneges, groepsaccommodaties). In alle regionale plannen sinds 1973 tot en met het reconstructieplan wordt vastgehouden aan de recreatieve functie van Cromvoirt.

Conclusie
Voorliggend plan voor de golfbaan Cromvoirt als eigentijdse voorziening voor de openluchtrecreatie past in de voortgaande ontwikkeling van het recreatieve uitloopgebied Cromvoirt.

3.5.7 Conclusies regionaal niveau
  • 1. Het plan voor de golfbaan geeft invulling aan de beleidsdoelstelling in het reconstructieplan met betrekking tot nieuwe economische dragers in het landelijk gebied.
  • 2. Het plan ligt deels in inundatiegebied waarvan de capaciteit behouden moet blijven.
  • 3. Het waterschap De Dommel heeft een plan voor de Zandleij, inhoudende de aanleg van een zandvang en versterking van de ecologische verbindingszone.
  • 4. Het waterschap De Dommel heeft overigens geen bijzondere waterdoelen voor het plangebied.
  • 5. Waterschap Aa en Maas is met de initiatiefnemer overeengekomen dat de strook GHS-landbouw in de Interimstructuurvisie als nieuwe natuur van de golfbaan wordt ontwikkeld.
  • 6. De aanleg van de golfbaan past in de recreatieve ontwikkelingen in en rond Cromvoirt die reeds een lange geschiedenis kennen.